Theo Schuyt, Dave Verkaik en Barry Hoolwerf zijn op 22 juni op bezoek geweest bij het Franse agentschap voor ontwikkelingshulp in Parijs, om daar een eerste inkijk te geven in de resultaten van een studie over fondsen in ontwikkelingshulp.

Hierin wordt onderzoek gedaan naar 55 grote fondsen uit zowel westerse als niet-westerse landen, met een gemiddelde jaarlijkse besteding van ongeveer 200 miljoen Euro. In Parijs werden de resultaten van een literatuurstudie en een vragenlijst gepresenteerd, met een aantal interessante resultaten.

ontwikkelingshulp

Fondsen lijken zich primair op Afrika te richten (40%), secundair op Azië (28%) en tertiair op Centraal- of Zuid-Amerika (12%). Hierin ligt de focus voornamelijk op de gebieden waar de armoede het grootst is, zoals Oost-Afrika en Zuidoost-Azië.

Er is een duidelijke tweedeling te zien in de rol die fondsen zichzelf toedichten: de ene helft probeert met name samen te werken en te helpen op bestaande initiatieven of projecten, terwijl de andere helft duidelijk probeert te innoveren in bepaalde gebieden, waarna bijvoorbeeld overheidsinstanties kunnen inspringen op projecten die blijken te werken. De meeste fondsen staan open voor samenwerking met andere actoren en, verwacht meer dan de helft dat het samenwerken met andere fondsen en overheden alleen maar zal toenemen in de komende jaren.

De resultaten van de volledige studie zullen eind 2016 gepresenteerd worden aan het Franse agentschap, waarna u het volledige rapport zult kunnen lezen.